user_mobilelogo

Werk voor het schot

Het veldwerk is gebaseerd op de jachtpraktijk, met name op het “werk voor het schot", waarbij de hond aan het werk is voordat het schot valt. En dat werk is het opzoeken van het (veer)wild in het veld. De hond steekt zijn neus in de lucht en zoekt in een patroon het veld af, geholpen door de wind. Zodra hij wild in de neus heeft, staat hij voor en wijst hij als het ware met zijn neus de plaats van het wild aan. Als de hond met overtuiging voorstaat zal het wild niet gaan lopen of opvliegen. De hond moet nu wachten op de voorjager, pas als die er is, mag het wild opgestoten worden. Zo kan het wild geschoten worden.

Moeilijk maar mooi

In theorie klinkt dit simpel, maar in de praktijk is dit een lastig spel. Zowel voor de hond als de voorjager. Er spelen vele factoren een rol, hoe is het weer en vooral de wind, hoe ligt het veld en welk gewas groeit er, hoe gedraagt het wild zich, hoe is de samenwerking tussen jou en je hond, in welke periode van het jaar zitten we op welk wild mag er gejaagd worden?

Er wordt bij dit “werk voor het schot” een groot beroep gedaan op de in aanleg aanwezige jachtpassie van de hond. Het samenspel dat er moet ontstaan tussen voorjager en hond om samen tot succes te komen, kost wel wat kilometers en uurtjes aan training, maar een hond te zien jagen en voorstaan blijft een van de mooiste dingen die je kunt beleven met je staande jachthond.

LevintVeld

Reglement EC