user_mobilelogo

Waarom is het belangrijk?

Zweet is een term die jagers gebruiken voor bloed. Zweetwerk, ook wel natuur-nazoek genoemd, is het speurwerk van een jachthond met voorjager naar aangereden of aangeschoten grof wild. Het in ons land levend grof wild is het edelhert, damhert, ree, wild zwijn en moeflon. Regelmatig verongelukken grote hoefdieren. Ondanks de vele maatregelen, zoals afrasteringen en oversteekplaatsen gebeurt het toch dat deze dieren worden aangereden. Niet alle dieren zijn na de aanrijding direct dood. Het gewonde dier zal dan de dekking in vluchten. Als hier niets aan wordt gedaan zal een dier, dat gewond is, zich in die begroeiing schuil houden en een langzame dood sterven. Hetzelfde kan gebeuren als een dier geschoten is, maar niet dodelijk geraakt. Een jager kan door allerlei oorzaken ‘mis’ schieten. Op zo'n moment wordt voorjager met hond ingezet, die zich heeft gespecialiseerd in het zweetwerk. Zij zijn getraind om gewonde grote hoefdieren op te sporen.

Zweetwerk en de Vizsla

Eigenschappen waar een zweethond over moet beschikken zijn concentratie, doorzettingsvermogen en rust. En als het nodig is moet een zweethond voldoende kracht, moed en snelheid hebben om een groot dier te achtervolgen. Alhoewel zweetwerk vaak gespecialiseerd werk is, uitgevoerd door rassen als bijvoorbeeld de Hannoveranischer of Bayrischer Gebirgsschweisshund, Teckel of de Bloedhond, zijn de staande hondenrassen zoals de Vizsla vaak van nature zeer bruikbare en betrouwbare zweethonden. De allround Vizsla’s zijn zeer goed op te leiden tot zweethond.

Praktijk en training

Het zoeken kan zowel op het verloren zweet (bloed) als op de geur van hoefafdrukken. De zweethond krijgt een speciale brede halsband of tuig om met daaraan een lange lijn van ca 10 meter en wordt op het wondbed gezet. Afhankelijk van de ervaring van de hond zal deze direct het zweetspoor oppakken en gaan volgen tot aan het gewonde dier of het zogenaamde “stuk”. In de training wordt een vel van hert/ree/wild zwijn gebruikt. Aan de lange lijn volgt de voorjager. Door veel te oefenen leer je als voorjager je hond te  ‘lezen’ en de verwijzingen van b.v. bloed of pootafdruk te zien.

Natuur-nazoeken zijn niet zonder gevaar. Een gewond dier kan in nood rare dingen doen en heel gevaarlijk zijn voor de voorjager én de hond. Hier moet je je te allen tijde bewust van blijven. Ook moet de voorjager zich goed realiseren dat een nazoek heel lang kan duren en dat het veel van de hond vraagt. Daarom is het nodig om je hond te trainen. Het trainen voor natuur-nazoeken heeft meer positieve effecten:

  • drukke honden worden rustig op het spoor;
  • baas-hond relatie groeit;
  • onzekere honden worden zelfstandig, initiatiefrijker en zelfverzekerder;
  • doordat de hond individueel werkt is er geen belemmering door de aanwezigheid van andere honden, dus honden die nare ervaringen hebben met andere honden kunnen geweldig aan zelfvertrouwen winnen;
  • deelnemers leren hun hond beter lezen en de communicatie van de hond beter begrijpen.

 Er zijn diverse jachthondenscholen en- trainers die zweetwerktraining aanbieden. 

Nazoekbreuk en waidmannsheil

Behalve de speciale uitdrukkingen en termen zijn er ook oude tradities aan het zweetwerk verbonden. Het overhandigen van een zogenaamde “breuk” (een gebroken groene twijg of takje) als het wild is opgespoord, bijvoorbeeld. De jager overhandigt een breuk aan de voorjager van de hond. Met dit gebaar toont de jager het belang aan van de tussenkomst van voorjager en de hond. De voorjager plaatst de breuk aan de rechter zijde van zijn pet of hoed en een kleine breuk aan de halsband van de hond. Vervolgens wenst de jager de voorjager een waidmannsheil waarop de voorjager met waidmannsdank en een handdruk antwoord.

Wat heb je er voor nodig?

  • Zweethalsband (speciale voorgevormde halsband)
  • Zweetlijn (10-12 meter lange lijn zonder lus op het einde)
  • Schouder- of rugtas voor de verdere benodigdheden
  • Eten en drinken voor de hond en voor de baas (indien het een heel lang spoor is en er gepauzeerd moet worden)
  • Goede en stevige kleding
  • Laarzen of waterdichte, stevige schoenen
  • Markeermiddelen om het spoor te markeren (zodat teruggegrepen kan worden)
  • Veiligheidsvest zodat je goed zichtbaar bent
  • Handschoenen waarmee je ook doorns en dergelijke kan vastpakken
  • Pet of hoed

Zweetwerkproeven

Ook al is het zweetwerk feitelijk werk na-het-schot, bij ORWEJA is het zweetwerk ondergebracht onder het veldwerk. In het “Algemeen Veldwerkwedstrijd Reglement/ Supplement voor dashonden, zweethonden en terriërs” vind je alles over de zweetproeven. Het doel van een zweetproef is het vaststellen van de mate van geschiktheid van de hond voor de nazoek op ziek grofwild.

Er bestaan 6 verschillende zweetproeven, A t/m F, die verschillen qua lengte, verwijspunten en ouderdom van het zweetspoor. De zweetproef F is het eenvoudigst van opzet,  A is het moeilijkst.
Voor de zweetproeven F, E en D mogen honden ingeschreven worden die een aantekening schotvast hebben of een SJP-C diploma als bewijs dat de hond schotvast is. Voor de Zweet-C mag pas ingeschreven worden als de hond al de aantekening Zweet-D, Zweet-E of Zweet-F heeft, of een buitenlandse aantekening als bewijs dat deze zweetproeven succesvol zijn afgelegd. Voor Zweet-B kan alleen worden ingeschreven als men een aantekening Zweet-E of Zweet-D, of een daaraan gelijkgestelde buitenlandse kwalificatie heeft. Om in te kunnen schrijven voor Zweet-A moet de hond de aantekening Zweet-D of een overeenkomstige buitenlandse kwalificatie hebben behaald.

Zweetwerkkwalificatie, gebruikshondenklasse en fokkerij

Onderschat de zweetproeven niet. Er gaat een intensieve training en opleiding aan vooraf. Maar als je dan succesvol een zweetproef hebt afgelegd met een kwalificatie Goed, Zeer Goed of Uitmuntend, dan kun je via ORWEJA een gebruikshondenverklaring aanvragen. Deze gebruikshondenverklaring heb je nodig als je je hond in wilt schrijven in de gebruikshondenklasse op een hondententoonstelling. Hoewel de meningen over de hondententoonstellingen verdeeld zijn is een Uitmuntend die behaald is in de gebruikshondenklasse een teken dat je hond zowel aan de werkeisen als aan de exterieureisen van zijn ras voldoet, wat hem een waardevolle hond voor het ras maakt. Zeker als deze hond ook nog wordt ingezet in de fokkerij.

De NVHSH 'Vizsla' organiseert regelmatig schot- , water- en zweetproeven. Je vind ze in de agenda . Vragen kun je mailen aan Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. De werkgroep zweetwerk helpt je graag verder.